Station: [002] Emmer en slang


De vuuremmer en de slang vormen het begin van de brandbestrijding.

Ze zeggen dat de duivel bang is voor heilig water. Te allen tijde wordt het vuur al gedekt door het eenvoudige water en krijgt het ademnood.

Water gooien betekent blussen. Voordat er waterkanonnen en spuiten zijn, gaat de emmer door de handen en giet het water uiteindelijk in het vuur als je dicht genoeg bij het vuur komt.

Wanneer alle emmers geleegd zijn, geldt meestal het gezegde "Alles in de emmer", d.w.z. de verbrande spullen.

In de Middeleeuwen hebben de inwoners van de steden zich ertoe verplicht om in geval van brand lederen emmers en personeel ter beschikking te stellen. Er zijn geen georganiseerde brandweerkorpsen zoals vandaag de dag.

De emmers zijn gemarkeerd met namen of huisnummers. Als er brand uitbreekt, wordt iedereen om hulp geroepen. Wie niet helpt, wordt gestraft. De ontbrekende emmers bij het verwijderen verraden de ontbrekende helpers!

Met de uitvinding van de manuele drukspuiter kan niet alleen meer water worden getransporteerd, maar kan het ook door de druk van een grotere afstand in het vuur worden gegooid. De houten sproeiers laten echter slechts een kleine benadering toe. Anders branden ze zichzelf plotseling.....

Pas met de uitvinding van de slang rond 1680 komt men nog dichter bij het vuur. De grote witte reclamefoto hier moet de nieuwe mogelijkheden van de binnenaanval met lange slangen laten zien. Je hoeft je alleen maar voor te stellen dat deze slangen zijn gemaakt van leer en geklonken, en bovendien geschroefd met zware messing koppelingen. Als ze zich vol water zuigen, zijn ze nog zwaarder en volumineuzer.....

De slangen konden nauwelijks over de daken getrokken worden, zoals hier getoond. Maar reclame heeft altijd gebruik gemaakt van de middelen van overdrijving.....

Ga verder met het volgen van de rode draad en let op de verschillende hand druk spuiten aan de linker- en rechterkant van je weg!