Station: [003] Hand- en motorspuit


De manuele druk- en gemotoriseerde sproeiers staan voor de technische vooruitgang in het watertransport.

Handmatige drukspuiten worden al sinds de 16e eeuw gebruikt. In een vat bevindt zich een pompstation met twee zuigers. Aan de hendels van het gemaal bewegen de pompteams de hendels op en neer, waardoor de druk wordt opgebouwd en het water van de kuip door de slang aan de voorzijde naar de spuit wordt getransporteerd. Voortdurend pompen is noodzakelijk om de waterdruk op peil te houden. Na een paar minuten hard werken moet de pompploeg worden vervangen door nieuwe mensen.

U ziet twee spuiten tegenover elkaar staan voor het wachtgebouw. Links een manuele drukspuit, die op een twee-assige auto is bevestigd. Ze kan worden getrokken door twee paarden. Delen van de pompende bemanning kunnen op de wagenschragen rijden. Straalpijpen, verdelers en slangen worden in de kisten van de wagen gestouwd.

De tegenoverliggende "Pompiersspritze" wordt op een eenassige karretje bevestigd. De spuit wordt met de hand naar de plaats van het vuur geduwd. Het is zeer wendbaar en wendbaar in smalle straten. Op de plaats van gebruik wordt de spuit van de kar "versleten", d.w.z. neergelaten en op de grond geplaatst.

De hier afgebeelde spuiten moeten eerst handmatig worden gevuld aan het begin van de operatie. Daarna wordt er binnen één pompslag aan de ene kant water naar de straalpijp geperst en aan de andere kant wordt er nieuw water uit de vijver of beek aangezogen. Dit zorgt voor een continue stroming van het water.

De eenassige motorspuit van de firma Koebe uit 1929, die ernaast staat, vergemakkelijkt het pompen enorm: machinekracht vervangt de menselijke spierkracht.  Machines zijn duurzamer zolang de brandstof strekt.

Volg de rode draad en let op de gemotoriseerde pompen van 1930 tot 1980 aan beide zijden van de weg.