Station: [109] Meerturm/Meertor


In juni/juli 1389 besloot de aartsbisschop een meerpoort te laten bouwen om de verdediging van de burcht en de beveiliging van de meertoren te verbeteren. De meertoren behoort tot een type toren dat pas in het laatste decennium van de 14e eeuw in opkomst was. De overige torens van de poort geven door hun doorgang op de onderste verdieping, toegang tot de stad. De meerpoort werd naast de weertoren gebouwd. In vergelijking met de andere poorten van de stad was de meerpoort erg klein. Dit kwam doordat voor deze poort en de meertoren een moerassig gebied lag waarvandaan geen aanval te vrezen was. Deste groter was de meertoren die gebouwd was ter bescherming van de doorgang. Het Duitse meer betekent in de Nederrijnse taal veen. Zo heeft het moerassige gebied voor de meertoren hem dus zijn naam gegeven. Later raakte deze naam in vergetelheid en kreeg de toren de naam Martelarentoren. Dankzij zijn dikke muren heeft hij een poging tot afbraak aan het begin van de 19e eeuw doorstaan. Aan de zuidzijde van de toren die onder monumentenzorg staat, is nog een onregelmatige aanzet van metselwerk te zien waaruit de hoogte van de oude stadsmuur af te leiden valt. Er is daar echter nog iets te zien. Een markering in de bestrating. De donkere basaltlava markering toont waar zich vroeger de noordzijde van de meerpoort bevond. Vandaag maken de meertoren en de meerpoort deel uit van het SiegfriedMuseum. In de meertoren bevinden zich de expositieruimtes van museum.de.