Station: [3] Paardengraf


M: De ledematen zijn geknikt, de schedel lijkt ingeslagen. Wat is er met dit paard gebeurd? Was het betrokken bij een gevecht? Is het slachtoffer van een misdrijf? Geen van beide! 

F: Wat je hier ziet is een paardengraf uit de 7de eeuw. Het is in 1959 vrijgelegd, in een grafheuvelveld bij Beckum in het oostelijke Münsterland. Ditzelfde grafheuvelveld is ook de vindplaats van een beroemd vorstengraf met rijke bijgift. Later meer daarover. 

M: Mensen en paarden hebben altijd al een bijzondere relatie gehad. Een relatie die ruim 5.000 jaar geleden radicaal veranderde: De mens begon wilde paarden te temmen. En zo werden de eens wilde dieren werk- en gezelschapsdier van de mens. Mensen gingen paarden gebruiken om zich te verplaatsen en het zware werk op het veld te doen. Paarden en mensen trokken ten oorlog en de dieren gaven hun berijder status en roem. 

F: Ook in de religie speelden paarden een heel belangrijke rol. De Romeinse historicus Tacitus schrijft in de eerste eeuw na Christus over hoe Germanen omgaan met hun paarden: 

M: “Eigen aan de Germanen is dat ze acht slaan op de voortekenen en waarschuwingen van heilige paarden. Deze paarden, glanzend witte, worden (…) in dezelfde bossen en wouden gehouden als waarin ook de goden worden vereerd (…). De priesters beschouwen zichzelf slechts als dienaar van de goden maar zien in de paarden schepselen die zijn ingewijd in de goddelijke kennis. ”    

F: Paarden werden beschouwd als schakel tussen mensen en goden. Om de goden mild te stemmen werden kostbare paarden gedood om ze te offeren. Ook gaf men de doden wel paarden mee op hun reis naar het dodenrijk.

M: Er zijn heel wat paardengraven uit de vroege middeleeuwen gevonden. De Germanen geloofden dat de overledene op zijn reis naar het Walhalla allerlei gevechten moest doormaken. En wie zou hem daarbij beter kunnen helpen dan zijn trouwe strijdros? Overigens werden alleen zeer rijke of adellijke mannen samen met hun paard begraven. Hoe hoger de rang van de begravene, des te meer paarden mee het graf in gingen. 

F: Een indrukwekkend voorbeeld is het vorstengraf van Beckum. We weten niet precies uit welke stam de overledene afkomstig was. Duidelijk is dat het iemand was met een hoge sociale status: hij had wapens meegekregen en andere waardevolle grafgiften. Rondom het graf vonden de archeologen meerdere skeletten van paarden, zoals het skelet dat we hier voor ons zien. De paarden stonden doorgaans rechtop in het graf. Bij een aantal lag het hoofd in een nis die kennelijk voor dat doel was uitgegraven. De paarden werden vermoedelijk vlakbij of zelfs in het gat waarin ze lagen of stonden gedood en zonder grafgiften begraven. 

M: De Germanen hadden sowieso wel iets met paardenhoofden…. Soms werd een paardenhoofd afgehakt en op een paal gespietst. Het paardenhoofd zou beschermen tegen onheil en boze geesten. Denk maar aan het sprookje ‘De ganzenhoedster’ van de Gebroeders Grimm. In dat verhaal hangt het afgehakte hoofd van het paard Fallada, dat nog steeds kan spreken, boven de stadspoort.  

F: Als je naar boven kijkt, zie je een aantal fraaie siergevels, getooid met planken met houtsnijwerk van paardenhoofden. De gevels sieren ook nu nog veel boerderijen in Nedersaksen, Mecklenburg-Vorpommern en Westfalen. Een paardenhoofd aan de gevel zou het huis en de mensen die er in wonen beschermen en geluk brengen. De siergevel had overigens ook nog een praktische functie: hij beschermde de dakranden tegen weer en wind. 

 

 

© Illustrationen Sabine Krauss

© Westfälisches Pferdemuseum

© Westfälisches Pferdemuseum