Station: [4] Maalzolder /meelpijp


Al het goede komt van boven – ook meel. Het graan wordt op de steenzolder, één etage boven ons, tot meel gemalen. In deze molen vermalen we spelt, rogge en tarwe tot volkorenmeel. Aan de meelpijp is een zak vastgemaakt. Het meel glijdt via de meelpijp zo de zak in. Een volle zak meel weegt 25 kilo. Voordat we het meel gebruiken om er lekker brood van te bakken, worden de zakken hier bewaard. 

De leren riem naast de meelpijp hoort bij een speciaal hefboommechanisme, de licht genoemd. Via dit systeem kan de molenaar de afstand tussen de twee molenstenen op de steenzolder boven ons instellen. Tussen de stenen worden de graankorrels tot meel gemalen. Als de molenaar aan de leren riem trekt, kan hij de bovenste steen, de loper, zonder grote krachtsinspanning afstellen. Dat is geen overbodige luxe, want de loper weeg wel een paar ton. Maar waarom zou hij de afstand willen instellen? Omdat hij zo kan bepalen hoe fijn het meel wordt en hoe hoog de kwaliteit.Meel moet heel fijn zijn, maar het mag tijdens het malen niet te warm worden, anders gaan er waardevolle voedingsstoffen verloren. Een grappig weetje: als het meel de juiste consistentie heeft, 'zingt de steen', zoals molenaars zeggen. Zingt de steen niet, dan moet de loper anders worden afgesteld. Luister maar eens of je de steen hoort zingen:Kijk ook even door het raam: je kunt nog even van het uitzicht genieten voordat we een trapje hoger gaan, naar de steenzolder.

Foto's: © Dagmar Trüpschuch en Förderkreis Alte Mühle Donsbrüggen