Station: [14] Koffie met - of zonder cafeïne
Lange tijd was niet bekend welke stof verantwoordelijk was voor het stimulerende effect van koffie. Totdat de koffieliefhebber Johann Wolfgang von Goethe de Hamburgse apotheker Friedlieb Ferdinand Runge aanraadde om deze stof te onderzoeken. In 1819 slaagde Runge erin pure cafeïne uit koffiebonen te isoleren: een wit, geurloos maar giftig poeder met een bittere smaak.
Het Roseliusproces van koffiebrander HAG was het eerste commercieel gebruikte proces voor cafeïnevrij maken. Het werd ontwikkeld en gepatenteerd door Ludwig Roselius in Bremen in 1905. Roselius vermoedde dat zijn overleden vader, een zware koffiedrinker, zichzelf had vergiftigd met cafeïne. In het Roselius proces worden de bonen vooraf gezwollen met zout water. Benzeen werd gebruikt als oplosmiddel om de cafeïne te extraheren, wat tegenwoordig niet meer wordt gebruikt vanwege de giftige en kankerverwekkende effecten.
Het bedrijf Kaffee HAG verkocht zijn cafeïnevrije koffie onder de merknaam Café Sanka in de Verenigde Staten. Om een koffie met cafeïne te kunnen aanbieden, werd vanaf 1950 het merk Onko aan het assortiment toegevoegd. HAG was een van de eerste bedrijven die een gestandaardiseerd reclameontwerp gebruikten: zwart en rood op een witte achtergrond. Het rode hart en een reddingsboei werden als logo gekozen om het gezondheidsaspect te benadrukken. In 1979 werd het bedrijf overgenomen door de General Foods groep.
Het decafeïneringsproces dat vandaag de dag vaak wordt gebruikt, werkt met de oplosmiddelen dichloormethaan of ethylacetaat. De volledige verwijdering van het oplosmiddel is vooral belangrijk bij dichloormethaan, omdat het ervan verdacht wordt kankerverwekkend te zijn.
In het kooldioxideproces worden de zacht gemaakte koffiezaden gespoeld met CO2 om de cafeïne op te lossen. De kooldioxide laat men verdampen.
Al deze cafeïnevrije processen worden uitgevoerd op groene koffiebonen. Eerst worden de zaden zacht gemaakt in heet water. De cafeïne in de zaden wordt vervolgens geëxtraheerd met behulp van een oplosmiddel. Omdat slechts een deel van de cafeïne tijdens het eerste proces kan worden verwijderd, moet het proces meerdere keren worden herhaald om het door de EU voorgeschreven maximale cafeïnegehalte van 0,1 procent te bereiken.
De cafeïne die door decafeïnering wordt verkregen, wordt verkocht aan drankenfabrikanten of farmaceutische bedrijven.
Als je wilt weten hoe je koffie cafeïnevrij is gemaakt, kijk dan op de verpakking. De meer complexe processen worden meestal in detail beschreven.
Ondertussen zijn er ook genetisch gemodificeerde koffieplanten gekweekt die geen cafeïne bevatten. Deze cafeïnevrije koffieplanten zijn echter nog niet commercieel gekweekt.