Station: [15] Koffiesurrogaat of muckfuck


Al in het midden van de 18e eeuw werd de koffieconsumptie in sommige Duitse staten aan banden gelegd. Omdat echte koffie duur of moeilijk verkrijgbaar was, zocht men naar vervangingsmiddelen. Of het nu wortels, graan of andere gewassen waren, de koffiesurrogaat werd altijd gedroogd, geplet en gebrand zoals koffie. 
Een belangrijke vervanger voor koffiebonen zijn de wortels van de cichoreiplant, de blauwbloeiende cichorei, die ook als geneeskrachtige plant wordt gebruikt. Deze koffiesurrogaat werd oorspronkelijk al in 1650 door de Nederlanders geproduceerd. In 1770 werd de eerste Duitse cichoreifabriek opgericht door Heine en Förster in Brunswijk. Een paar jaar later waren er al 22 andere productielocaties voor cichoreikoffie in Braunschweig.
Vermalen en geroosterd produceren de wortels een donkere, koffieachtige drank zonder cafeïne. Cichoreikoffie kan alleen of gemengd met graan worden bereid. Een ander voordeel van de cafeïnevrije drank is dat hij veilig is voor kinderen.

In het midden van de 18e eeuw werden in Noord-Italië koffiesurrogaten gemaakt van vijgen. Gedroogd en geroosterd produceerden de vijgen een drank met een zoete smaak. Het pakje van de Imperial Company, dat je hier ziet, komt uit Oostenrijk, want de productie van vijgenkoffie begon in Wenen in 1880. Vijgenkoffie werd voor het eerst geproduceerd in Duitsland in 1873. 
Koffiesurrogaten op basis van graan, zoals het merk Kornfranck, volgden later. Heinrich Franck en Zonen runde tot 1914 's werelds grootste bedrijf voor koffiesurrogaten.
De koffiesurrogaat Kathrein werd ontwikkeld op initiatief van Samuel Hahnemann, de grondlegger van de homeopathie, en de katholieke priester Kneipp. Beiden vroegen om een gezonde koffie. Daarom ontwikkelde de firma Kathreiner een zogenaamde moutkoffie op basis van rogge en gerst.
De productie begon in 1891 en de blauwe Kathreiner-verpakking met het portret van pater Kneipp wordt beschouwd als een van de eerste Duitse merkproducten. In 1906 werd het bedrijf benoemd tot “Hofleverancier van Zijne Heiligheid Paus Pius X en de Heilige Apostolische Pausen”. Dit was in tegenstelling tot het oordeel van veel koffiedrinkers, die van mening waren: “Niemand smaakt gemener dan Kathreiner.”
In het midden van de 19e eeuw vond de gebedsgenezer Arthur Lutze een “gezondheidskoffie” op basis van gerst uit. Het product werd tot in de 20e eeuw geproduceerd in Köthen, in de buurt van Leipzig, onder de naam “Wittigs Gesundheits-Kaffee”. 
Na het einde van de Tweede Wereldoorlog bleef er een tekort aan koffiebonen. Op de drankenkaart van de cafés stond “Duitse koffie”, een parafrase voor vervangkoffie. Marktleider in die tijd was “Linde's Kaffee-Ersatz-Mischung” (Linde's koffiesurrogaat) van de twee ondernemers Fritz en Carl Linde uit Nordhorn in Nedersaksen.

In 1944 fuseerden de bedrijven Franck en Kathreiner en in 1954 ontwikkelden ze Caro-Kaffee, de eerste instant koffiesurrogaatdrank in Duitsland, gemaakt van gerst, mout, cichorei en rogge. De DDR had ook een instant moutkoffie genaamd “im nu”. Deze bevatte gerst, rogge en gerstemout en was na de hereniging nog steeds op de markt.