Station: [7] Lezers en de Assepoester-tafel


In het pakhuis waar we nu gevestigd zijn, wordt al sinds 1896 koffie verwerkt. Het plukken en sorteren van de slechte zaden was handwerk en werd uitsluitend door vrouwen gedaan. 
Tot 300 vrouwen zaten aan lange tafels onder het glazen dak van dit pakhuis. De koffiebonen lagen voor hen. Ze moesten de slechte pitten met beide handen uitsorteren, net als in het sprookje van Assepoester.
In Duitsland werden ruwe en gebrande koffie tot de jaren 1970 nog met de hand gesorteerd op gemotoriseerde sorteertafels.

Hier in het koffiemuseum kun je een sorteermachine zien die in 1940 werd gebouwd door het bedrijf G.W.Barth in Ludwigburg.
De groene koffie werd vanuit een zak in de trechter van de machine gedaan. Net als bij een naaimachine trapte de arbeider met haar voet op het pedaal onderaan. De transportband bracht de koffie vervolgens naar de machine. Een werkster zat op de stoel voor de machine en kon de snelheid instellen. Ze moest goed kijken om de slechte zaden te herkennen en ze vervolgens met haar linker- en rechterhand in de zijcontainers gooien. De goede koffiezaden vielen uiteindelijk door een gleuf aan de voorkant en werden opgevangen in een zakje. 
Het was vooral belangrijk om de stinkers te vinden. Stinkers zijn rotte koffiebonen die vandaag de dag nog steeds grote hoeveelheden koffie kunnen bederven. Elke arbeider moest in één uur tot acht kilo groene koffie sorteren. Dit slecht betaalde werk werd streng gecontroleerd en als de resultaten onvoldoende waren, werd het lage loon zelfs verlaagd.

Tussen de twee afzonderlijke machines zie je een lange sorteertafel met zes werkstations. Aan deze tafel moesten de arbeiders zich aanpassen aan de snelheid van de machine. Sinds de jaren 1990 zijn er in geïndustrialiseerde landen elektronische sorteermachines, waardoor koffie in Duitsland niet meer met de hand wordt gesorteerd. Maar in de meeste koffielanden wordt koffie nog steeds met de hand verwerkt: van het plukken over het drogen tot het sorteren.