Station: [9] Zilveren schilderpalet


V:

Barend Cornelis Koekkoek, die in tegenstelling tot zijn broers de schildersacademie had doorlopen, was er veel aan gelegen om zijn kennis en kunde door te geven aan anderen.

Hij heeft zelfs geprobeerd in Kleef een kunstacademie op te zetten, maar dat mislukte. Hij begon wel met een „teekencollege“ waar vanaf 1841 onder zijn leiding Duitse en Nederlandse kunstenaars bijeenkwamen. In de ogen van de Nederlandse pers keerde hij zich daarmee definitief af van zijn vaderland:

M:

Hoewel het reeds te bejammeren is, wanneer verdienstelijke mannen hun land voor een zekeren tijd verlaten; nog treuriger is het, wanneer men schilders als B. C. Koekkoek hun vaderland voor altijd ziet vaarwel zeggen[…]. Met leedwezen zagen wij, dat de bekwame landschapschilder eene teekenacademie te Kleef had opgerigt, welke reeds vijftien medeleden telt, en in den loop der vorige maand hare werkzaamheden begonnen heeft.

V:

Ter ere van het eenjarig bestaan van het tekencollege kreeg Koekkoek van zijn leerlingen en „kunstbroeders“ dit verzilverde schilderspalet …

 

… met op de achterkant hun namen gegraveerd.

M:

Om het werk van de „Kleefse school“ onder de aandacht te brengen bij een breed publiek werd in 1843 de „Klevische Kunstverein“ opgericht. Een vennootschap dat jaarlijks tentoonstellingen en kunstloterijen organiseerde voor zijn leden.

 

___________________________________

 

Citaat pers: Nollert: Barend Cornelis Koekoek (1803-1862) Prins der landschapschilders, catalogus Dordrecht, Kleve, 1997, pag. 21